Als je vaker reist, leer je zo langzaamaan de gebruiken van een land kennen. Zo schrik je er niet meer als de kruier jouw koffer in de bus zet en daarna zijn hand opent
We zaten samen in de achterkamer. De al wat op leeftijd gekomen zuster zat tegenover mij. ‘Weet u’, zei ze, ‘ik zit hier graag. Nu ik alleen ben lijkt de voorkamer zo groot, nu
Jaren geleden. Ik moest eens meegaan, zeiden ze.
‘ t Was op een zaterdagavond. De klok wees half elf aan. Zuchtend stond ik op en deed mijn gewone ‘nette’ broek uit en hing hem
Maandagmorgen. Campinggasten lopen over het veld richting toilet en douche. De zon begroet hen met zijn eerste stralen. Een nieuwe dag is aangebroken. Wat brengt het ons?
Terwijl zijn vrouw zich doucht, verzamelen verschillende
Als ze tegenover mij zit kijk ik haar aan. Meer dan twintig jaar hebben we elkaar niet gezien. Haar haar kleurt donker. Toch is ze de veertig al even gepasseerd. Als ze naar mij
Hij was een ‘grote’ in zijn wereld. Zijn wil was wet. En als het rechtsom niet ging, dan maar linksom. Maar gebeuren zou het. Zijn vrouw, vijftien jaar jonger, had geleerd hoe ze het
Nee, ik ben geen taalfreak. Hoewel er altijd nieuwe woorden in ons taalgebruik zullen bijkomen, vaak uit het Engels, houd ik meer van gewoon Nederlands. Waarom moet ik zo nodig uit mijn comfortzone stappen,
Het bovengenoemde is niet moeilijk om met voorbeelden te onderstrepen. We trekken niet meer met elkaar op. Afstand houden is een gevleugelde uitdrukking. Knuffelen is er niet meer bij. Maar ook een gebaar van