Scheurtje in je hart

Een scheurtje

Vlakbij Doetinchem ligt het kasteel Slangenburg. Met op loopafstand de St. Willibrord abdij. Wij gaan er een weekeind doorbrengen.

De begroeting op het kasteel is gastvrij. De gasten zijn divers. Ouderen, jongeren, werkenden. Ze komen voor de rust of voor de omgeving. Een echtpaar, zestig jaar getrouwd, wil hier hun jubileum vieren. Het frêle bruidje, je durft haar niet bij haar schouders te pakken, bang dat er iets breekt, geniet van de mensen om haar heen. De bruidegom, over de negentig, sluit vriendschap met mij. Hij houdt ook van een goed glas wijn. Het eten wordt gezamenlijk gedaan. Daarna is er gelegenheid om de laatste viering, in de abdij, mee te maken. Daar worden al meer dan vijftig jaren diensten gehouden. Zevenmaal per dag. De diensten verlopen volgens vaste patronen.
Als de klok luidt komen monniken één voor één, in zwarte pij gehuld naar binnen. Maken een kniebuiging en gaan zitten. Men keert zich tot God in alle stilte om daarna de dienst aan te vangen. Niet alles is even duidelijk voor mij als een niet-Katholiek. Maar de eenvoud, de rust, is verkwikkend.
De andere dag gaan we opnieuw. Nu bij daglicht. De kerkzaal ligt er verlaten bij.  Geen schilderijen aan de wanden. Geen versiering. Geen groot Mariabeeld.
Dan, als uit het niets, verschijnt er een monnik. Dit is mijn kans. Want er waren tijdens de dienst vragen bij mij naar boven gekomen.
‘Beste monnik,’ vroeg ik, ‘mag ik u iets vragen?’
Ik vraag hem of hij dichterbij God leeft dan ik. Zijn hele dag bestaat toch uit bidden, zingen, en toewijding. Het blijkt niet het geval te zijn. De oude monnik, een Vlaming, legt me uit, dat zij ook hun tekorten en fouten hebben.
‘Het is meer een gevolg van een keuze, vat gij. Ik heb gekozen voor dit leven, een ander voor een gezin. Nee, ge moet wel met de beide voetjes op de grond blijven staan. Ook monniken blijven mensen.’
‘Ontmoedigt het u dat steeds minder mensen zich afhankelijk van God voelen?’, vraag ik. ‘Hoe zal God daarover oordelen?’
De monnik denkt even na: ‘Wel allé, manneke, ieder mens komt aan het eind van zijn leven voor de vraag te staan, naar wat achter de horizon ligt. En als er ook maar een heel klein scheurtje in zo’n hart te vinden is, zal Jezus binnenstappen. Vat gij?’
Terug naar het kasteel lopend, denk ik aan het gesprek met de oude monnik. Ik, opgegroeid met een geopende Bijbel en de catechismus. Zijn woorden blijven hangen. Een scheurtje? Zou het waar zijn?
Op onze laatste dag bezoeken we nog één keer de abdij. Opnieuw laat ik me meenemen in de stilte, de rust. Die daarna onderbroken wordt door psalmen en gezongen gebeden. Ze blijven even onder het dak van het gebouw hangen om daarna naar Boven te verdwijnen. Als de klok gaat luiden verdwijnen de monniken één voor één, naar hun verblijven. Als de monnik met zijn witte baard langs mij heen loopt fluister ik hem zachtjes toe: ‘Er zit een scheurtje in mijn hart.’
Op het gezicht van de monnik verschijnt een glimlach.

Abonneer
Laat het weten als er
guest
Niet verplicht

Prive reageren of een vraag? Ga naar het Contactformulier

1 Reactie
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Evie Boer v/d Werfhorst
Evie Boer v/d Werfhorst
18 dagen geleden

Een prachtig verhaal. God weet altijd wel een opening te vinden. Hij houdt te veel van ons om ons verloren te laten gaan.