Het bleef stil … en toen: “ik weet het niet.”
Als ambassadeur van de Elisabethbode ontmoet je veel mensen. Tijdens een lezing, bij een concert, of een ontmoetingsdag. Het zal wel met de leeftijd,
Ik zie de man staan. Met een kwast in zijn hand staat hij voor een boom. Kijkt om zich heen, neemt even afstand en strijkt dan met zijn kwast over de stam. De boom
Daar staat ze. Een haarlok bedekt een gedeelte van haar gezicht. Ze merkt het niet. Haar ogen zijn gesloten. Haar handen in een teer gebaar gevouwen, alsof ze iets kostbaars vasthoudt. De dagen zijn
Hij had het leven geproefd. Nee, nog niet verzadigd. Maar toch! Als ik hem bezoek, zit hij op zijn stoel. Praatstoel wel te verstaan. We hebben wat te delen. Onze leeftijden lopen niet ver
“De telefoon zal wel in de war zijn,” zegt de mevrouw. Onze telefoon geeft een rood knippersignaal af, als er iemand heeft gebeld en we niet hebben opgenomen. Toen ik terug belde, vroeg ik
De man in het bed is onrustig. Soms grijpen zijn handen in de lucht, op zoek naar houvast? Zijn dochter zit aan het bed. Met een vochtige doek veegt ze over het voorhoofd van
’t Was tijdens een lezing. Met honderden anderen luisterde ik naar de spreker. Mooi man. Samen zingen, bidden, je laten meenemen in de boodschap. Eenmaal weer thuis, zakt veel van het gehoorde naar de
Het duister sluit zich als een deken om Hem heen. Eenzaam gaat Hij de weg.
Hoe lang is het geleden? Zie hoe Hij door de woestijn liep. Dorst en honger kwelden Hem. De stenen