U herkent het wel. Af en toe belt iemand u om u iets aan te prijzen. Of om u te bedanken voor uw gift. Met daaraan soms de vraag of u het wilt verhogen. Volgens mij hebben de bellers eerst een cursus gevolgd. Ze weten van te voren ongeveer wat u gaat zeggen en zijn daarop voorbereid.
Ik heb geen cursus gevolgd, maar sinds kort doe ik ook aan telemarketing. Het zijn telefoonnummers van mensen die een proefabonnement op de Elisabethbode hebben gehad. Ik vraag of ze even tijd voor mij hebben, en of ik ze iets mag vragen. Ik begin met de vraag: “wat vindt u van het blad? ” Wordt deze vraag positief beantwoord, dan vraag ik of ze het blad nog langer willen lezen. De antwoorden zijn divers. “Ik lees al zoveel- tot aan: ik heb maar een klein pensioentje.“ Ik probeer, met een grapje, nog even of we samen een oplossing kunnen bedenken. Daarna nemen we afscheid en dank ik hen voor het feit dat ze me te woord wilden staan. Na tien of vijftien keer bellen, probeer ik net zo opgewekt over te komen, als in het begin van de avond. Luister maar mee. “Dag mevrouw, u spreekt met Janssen van de Elisabethbode. Sorry, dat ik u stoor, maar ik zou u graag iets willen vragen. U hebt nu al een tijdje van de Elisabethbode kunnen genieten en mijn vraag is: wat vindt u van het blad?” “Heel mooi.” “Dank u wel. Zullen we er dan maar een abonnementje tegenaan gooien?” Ziet u de spanning op mijn gezicht? Met mijn pen in de hand klaar om te noteren. “Nee, dank u wel, ik ben bezig al mijn abonnementen op te zeggen. Ik ben ziek en word niet meer beter en ik wil mijn kinderen niet opschepen met afzeggingen.” Ik val stil.
“Mevrouw, ik weet niet wat ik nu tegen u moet zeggen,” hoor ik mezelf zeggen. Mijn ademsappel schiet heen en weer. De grijns op mijn gezicht lijkt bevroren te zijn. In mijn gedachten tollen woorden over elkaar heen: ”Afscheid nemen. Pijn. Vaderhuis. Hemel.” De mevrouw voelt waarschijnlijk mijn verlegenheid. Ze zegt: “zeg maar gewoon, een fijne dag verder.” Misschien dacht ze: “deze dag heb ik nog gekregen.” Ik heb het geprobeerd. “nou, fijne dag, eh … sterkte en… tot ziens kon ik nog net binnenhouden. Die avond stopte ik met bellen.