Wij leven zomers in twee werelden. De wereld van de camping en die van thuis. Op de camping, te midden van komende en gaande mensen, thuis tussen vaste patronen en gewoonten. Om toch op de hoogte te blijven van onze eigen gemeente volgen we via internet de diensten. Een enkele keer lukte het ons om naar een dienst dicht bij de camping te gaan. Gewoon in het dorp. De preek die we daar hoorden ging over Jezus die water in wijn veranderde. Een bekend verhaal. Jezus was uitgenodigd voor het feest. Je kunt Jezus uitnodigen, maar dan kunnen er nog steeds problemen zijn. Het komt wel erg ongastvrij over als halverwege het feest de wijn op is. De dominee preekte beeldend over deze gebeurtenis. Bij het verlaten van de kerk zei ik tegen de predikant: “Ik houd van verhalend preken. Volgens mij deed Jezus dat ook vaak.” Terugfietsend naar de camping ging het door mij heen: “Is dit wel gereformeerd?” Waar kwam zo’n gedachte ineens vandaan? Ik had de avond daarvoor zitten lezen in kerkbladen uit de jaren zeventig. Ik wilde weten, waar men toen aandacht aan schonk. Inderdaad het ging over prediking, ambten en over de kerk. Kunnen er meerdere ware kerken in een plaats zijn? Wat schreef Calvijn erover? Lange artikelen werden er over geschreven. Verder viel het mij op dat in Persschouw het vaak over andere kerken ging. Vooral over hun Schrift verstaan. Over hermeneutiek van de Bijbel. Zijn bepaalde teksten tijdgebonden? Of is de Bijbel in alles Gods Woord. Heel de Schrift is toch van God ingegeven? Die middag luisterden we naar de dienst uit onze eigen gemeente. Spreuken 3. Een vader die zijn zoon kastijdt doet dat omdat hij van hem houdt. We moeten er wel op letten, hoor ik de predikant zeggen, dat in die tijd lijfstraffen gewoon waren. Maar met de inzichten van vandaag ligt het anders. Wat hoor ik nu? Het staat toch gewoon geschreven. De volgende avond bel ik mensen op die het blad Elisabeth op proef hebben gelezen. Met de vraag of ze het blad waarderen en eventueel een abonnement willen nemen. De reacties zijn divers. Een ervan wil ik u vertellen. Nee, het blad is niet meer wat het vroeger was. Het gaat mee met de tijdgeest. De klare duidelijke taal van vroeger is niet meer. Alles moet tegenwoordig voorzichtig en vrijblijvend worden gezegd. Ik probeer, omdat ik in de redactie zit, naar voren te brengen, dat onze basis nog steeds hetzelfde is. En gooi mijn kerkelijke achtergrond, GKv, als extra gewicht in de schaal. Het helpt niet. Ook die zijn door de tijdgeest besmet hoor ik. Ik keer nog even terug naar de preek over Jezus en het water en de wijn. Aan het slot van de preek vertelde de predikant het verhaal van Esther. Om ons voor te houden, dat wonderen nog steeds bestaan. Esther, 18 jaar en alles was donker om haar heen. Ze wist het, je mag jezelf niet van het leven benemen. Maar ze kon niet meer. Op weg naar het spoor fietste ze met haar oortjes in. Ineens was daar het lied van Matthijn Buwalda. Esther. Alsof het voor haar geschreven was.
Je leven lijkt een serie toevalstreffers. En nu vind jij jezelf terug waar je bent. Samen in dit moment. Meer tekst volgt. Niet alles kwam binnen. Wel het slot: Dus houd je hoofd omhoog. Raak de moed niet kwijt. Ik houd van verhalen. Ook van die in de Bijbel staan. Ze zijn niet tijdgebonden. Maar actueel. Geen wonder. Het is God die spreekt. Ik vind in veel verhalen mezelf terug.
Esther (Matthijn Buwalda)