Is er een tijd vastgesteld voor rouwen?
Ik weet het niet.
Het is tien jaar geleden.
We hebben al de kaarten en brieven gelezen.
Al lezend zagen we gezichten voor ons. Zittend aan een tafel, gebogen over de kaart.
We
De wekker is op de zomertijd ingesteld. Het is maar een kleine aanpassing van wat er verder zal volgen. Douchen en aankleden gaat als vanouds. Ik heb mijn zondagse broek aangetrokken. Voor de rest zal het allemaal anders
Geert luistert verbaasd naar het verhaal van de verpleegster.
Zijn vader was niet op zijn kamer, toen ze hem eten wilden brengen. Ook niet beneden in de ontmoetingsruimte. Niemand had hem gezien.
Terwijl Geert luistert naar de verpleegkundige, speelt in
Voor mij zit een vrouw van halverwege de zeventig jaar. Daar ziet ze niet naar uit. Hooguit vijfenzestig zal je haar geven. In haar handen houdt ze een foto geklemd.
Het is een afbeelding van een gezin.
De laatste avond dat ik bij u zat voor uw sterven, moeder, zal ik nooit vergeten. Achteraf heb ik spijt dat ik toen niet meer gevraagd heb. Want u voelde dat het niet lang meer zou duren. Waarom