De zomer is voorbij. De zon laat zich steeds minder zien en de avonden worden langer.
Gordijnen sluiten de buitenwereld af en de kachel geeft behaaglijk zijn warmte terug.
De televisie vraagt om aandacht. Eenmaal in bed, slaat de regen
De wekker is op de zomertijd ingesteld. Het is maar een kleine aanpassing van wat er verder zal volgen. Douchen en aankleden gaat als vanouds. Ik heb mijn zondagse broek aangetrokken. Voor de rest zal het allemaal anders