In de kroeg

In de kroeg

Als vader van vijf dochters heb je je een bepaalde status verworven. Jij bent toch het hoofd van het gezin. Mijn positie is nooit aangevochten. Maar de kinderen zijn uitgevlogen. Ze bouwen aan een eigen toekomst en gezin. Vader leeft- zij het op afstand- mee.
Ik weet niet wanneer het begonnen is, maar al jaren is het de gewoonte als een van de dochters een mijlpaal bereikt heeft, ze dat als meiden samen met mijn vrouw, gaan vieren. Naar een beautycentrum, of een uitvoering van een muziek spektakel. Vaak gekoppeld aan de voorkeur van het feestvarken. Vader blijft dan thuis en bidt om een veilig terugkeer van zijn geliefden.
Onze derde dochter is vijftig geworden. Waarheen? Na de gekste ideeën in de lucht te hebben gegooid, blijft een weekend Schiermonnikoog hangen. Dan hebben ze wat meer tijd voor elkaar.
Zal pappa zich redden? Vast wel. De voorpret alleen is al samenbindend. Apps vliegen heen en weer. Dit niet vergeten, dat even regelen.
Vrijdagmiddag.
Daar gaan ze. Ik voel de warme afdruk van de kussen op mijn wang. Ik zwaai ze na totdat de auto uit mijn gezichtsveld is verdwenen. De middag kom ik goed door. ’s Avonds heb ik een receptie. Ik blijf tot tienen, dus is de avond snel voorbij.
Het bed is groot. Ik druk het kussen, van mijn vrouw tegen mij aan. Ruik ik haar geur?
Die zaterdag doe ik de boodschappen. ‘s Middags dwaal ik een beetje verlaten door de stad. De zoute haring smaakt anders. Ik betrap me er op dat ik in mezelf begin te praten.
Ik heb een paar appjes naar mijn schoonzoons gestuurd met de tekst: “Heerlijk rustig zo, ik geniet.
Ik wist niet dat liegen me zo goed af ging.
alemaal jongeren om mij heenNegen uur. De bel en geklop op de ramen. Wat krijgen we nou? Mompelend loop ik naar de voordeur. Daar staan ze. Mijn schoonzoons. Kom op pa, we gaan stappen. Eerst even indrinken dan gaan we. Ik kijk beduusd. Stappen? Ik? De kroeg in? Kan dat?
Jas aan pa, we gaan.
Daar zit ik een kwartier later. Om mij heen allemaal jongeren. De muziek is redelijk hard. Er wordt om me heen gelachen en gepraat. Een paar jonge vrouwen, naast ons, nemen mij op. Op hun gezicht lees ik vraagtekens. Ik help ze uit de droom. Ja, mijn schoonzoons. Mijn vrouw en mijn dochters zijn weg en wij gaan de bloemetjes buiten zetten. Ik pak mijn glas bier op en neem een ferme slok. Ik verslik me bijna. De jonge vrouw naast me lacht me vriendelijk toe.
Of het van het bier komt weet ik niet, maar ik begin te vertellen. Omdat het lawaaiig is, schuif ik dichter naar haar toe.
Als de avond in de nacht wil overgaan, kom ik thuis. De stilte omarmt me. Ik kijk naar het gedoofde vuur in de kachel. De wijzers van de klok bewegen langzaam.
Stappen. Ik heb het gedaan. Echter, ik mis mijn vrouw.
Ik val in slaap met het kussen van mijn vrouw in mijn armen.