op de kansel

Komt die oude weer?

Komt die oude weer?

In het vliegtuig, op weg naar mijn vakantiebestemming, vraagt mijn buurvrouw naar wat ik deed in mijn arbeidzame leven.
Ik vertel, zij luistert.
Dan haar opmerking: ’u loopt al heel wat jaartjes mee.’
‘Ja’, hoor ik mezelf zeggen, ‘tachtig. Hoewel de eerste jaren van lopen niets terecht kwam.’
‘Zo, dat had ik niet gedacht.’
Een licht gevoel van trots wil naar boven komen.
Ik druk het gelijk weer naar onder.
Ik las eens: ‘Trots is iemands eergevoel, een menselijke emotie die soms ook met ijdelheid of hoogmoed gepaard kan gaan.
Dus… Verbeeld je niets. Een klein zuchtje wind en …

Eenmaal aangekomen ín ons vakantieverblijf, lees ik de meegenomen krant. Ineens valt mijn oog op een artikel over oudere predikanten. Ze variëren in leeftijd van tachtig jaar en ouder. Bescheiden verhalen ze over hoe vaak er nog een beroep om te preken op hen gedaan wordt. Preken maken gaat hen nog goed af. Wat wil je als je meer dan vijftig jaar ervaring met je meedraagt.
Nee trots zijn ze niet. Dankbaar? Zeker!
Met een gevoel van herkenning loop ik even later naar de supermarkt. De weg loopt glooiend naar beneden. Mijn tred is stevig. Tachtig… het zal me wat.
Met broodjes, beleg en wat fruit loop ik terug. Halverwege lijk ik wel lood in mijn benen te hebben, mijn rechtervoet klapt op de tegels. Een opstaande tegel doet me bijna struikelen. Snel kijk ik om mij heen. Gelukkig niemand die het ziet.
Na het eten probeer ik even het bedje op ons terras uit. In mijn hand houd ik het meegenomen Dagblad vast. Even verder lezen.
Een lichte kus van mijn vrouw brengt me terug in de werkelijkheid.
‘Was je moe?’ vraagt ze.
‘Nee, ik zat even na te denken’, zeg ik de krant nog vasthoudend.
Als ik die wegleg zie ik uit mijn ooghoeken een vette kop gedrukt staan.
Komt die oude weer preken?
Ogen van een tachtigjarige dominee kijken mij berustend aan.