Het begon met een hoestje. Niets om je ongerust over te maken. Ieder mens hoest wel eens. Mijn vrouw wees me erop. ‘Wat zit je toch aldoor te blaffen. Ben je verkouden?’ ‘Niet dat ik weet.’ Na een dikke week is het nog niet over. Hoewel dokters zeggen, dat hoestdrank niet helpt, ga ik er toch maar voor. Speciaal voor vastzittende hoest. Of het ook helpt! Na een paar dagen ontstaat er een heuse glijbaan in mijn keel. Ik heb eens gehoord dat je het gewoon door kunt slikken. Ook dat het na twee weken weer over zal zijn. Nee dus. Als ik in mijn stoel zit hoor ik mijn longen knorren en piepen. Hoe meer ik er op let, hoe erger dat het wordt. Verbeeld ik het mij, of kijken mensen me ongerust aan als ik begin te blaffen. Mijn camping buurman hoestte ook en had daarbij druk op zijn borst. Twee dagen later lag hij in het ziekenhuis. Ik begin steken in mijn borst te voelen. Wel aan de rechterkant, maar wat zegt dat? Zal ik longontsteking hebben? Dan, via een app komt het bericht binnen. De man van een kennis blijkt inplaats van longontsteking, een tumor in zijn long te hebben. Ik lees het en begin te zweten en licht te trillen. ‘Wat heb je toch?’ vraagt mijn vrouw. ‘Zit je te piekeren of zo?’ ‘Nee, maar je hoeft toch niet altijd uitbundig te zijn.’ Na een paar dagen komt het hoge woord er uit. ‘Ik denk dat ik iets heb’, zeg ik tegen mijn vrouw. ‘Het hoesten is nog steeds niet over.’ Mijn vrouw kijkt me onderzoekend aan. Pakt daarna haar iPad. ‘Ik kijk wel even bij thuisarts.’ Vol spanning kijk ik naar haar gezicht. Begint ze ongerust te kijken, of verbeeld ik mij dit? Na ongeveer een kwartier, voor mijn gevoel een uur, zegt ze: ‘Ik denk dat ik het weet. Je hebt hypochondrie.’ ‘Moet ik direct de dokter bellen?’ vraag ik. ‘Nee,’ zegt mijn vrouw, ‘in de meeste gevallen zakt het na een tijdje.’ Hypochondrie, mompel ik voor mij heen. Ik heb van het bestaan nooit gehoord. Goed dat ik een man ben en niet zo gauw in paniek raak.