Soms hoor je het mensen zeggen: “het lijkt het paradijs wel.” Om daarna te horen wat er aan schoonheid en moois allemaal te zien was.
In mijn fantasie, als ik aan het paradijs denk, zie ik Adam en Eva bezig in de hof. Het is daar volop zomer. Bijen vliegen zoemend van de ene bloem naar de andere. De zon schijnt en toch brandt hij niet. De wind voelt lauw aan. Als de avond valt zoeken dieren hun rustplek op. Een duif koert in een boom. Het hert zoogt zijn jong. En dan, in de koelte, is daar God. Adam loopt met God door de hof en Eva wijst Hem naar het bloemenperk dat ze net heeft aangelegd. De mens en zijn Schepper in volkomen harmonie.
Iets ervan vind ik terug op onze camping. Het ligt landelijk gelegen. Als je over de velden kijkt, zie je links en rechts een kerktoren boven de bomen uit torenen. De sfeer hier is anders dan op grote pretparken. Hier ben je geen nummer, maar gast. De gastvrouw doet er alles aan om mensen zich thuis te laten voelen. Hier mogen ze tot rust komen. Zoals een vogel die zich laat meevoeren door de wind. Helemaal vrij. Los van stress en de dagelijkse beslommeringen. Ze kent de gasten bij naam en toenaam. Velen behoren tot de vaste bezoekers. Bij aankomst nemen ze een bloemetje of wat lekkers mee voor de gastvrouw. Even later parkeren ze hun caravan of camper op de aangewezen plek. Niet lang erna komt de gastvrouw langs. “Alles naar wens?” Daarna loopt ze het veld over en verdeelt haar aandacht onder de ander gasten. Soms blijft ze even staan en luistert naar hun verhalen. Of haar gulle lach rolt over het gemaaide veld, waar haar echtgenoot zorg voor draagt. Even later zie je haar met een gieter in de hand de bloemenbakken van water voorzien. Harmonie is voelbaar aanwezig.
En dan is daar ineens, zoals een onweersbui zich plotseling uit het niet zich aandient, het schokkende bericht. Kanker had zich zonder aankondiging in haar lichaam genesteld. Het slaat in als een bom. Niet alleen bij haar en haar echtgenoot, bij ons allen. Mannen kijken bij het passeren van elkaar de andere kant op. Zich schamend voor tranen in hun ogen. Het gras is vochtig, en dat niet alleen door de dauw. Vrouwen staan in groepjes bij elkaar. De stemming is gedrukt. Het paradijsgevoel is ver weg. Harmonie ver te zoeken. En onze gastvrouw? Na een paar dagen richt ze zich weer op. Zoals riet dat na een zware onweersbui gepaard met veel wind, zich weer de weg omhoog vecht. Zo ook onze gastvrouw. Zij had meer stormen in haar leven getrotseerd. Hoe het verder zal gaan? Only God knows. God weet het, schreef ze in haar mededeling aan haar gasten.
De late herfstzon laat zijn stralen vallen over de camping. Ze schitteren op het dak van een camper. Toch kunnen ze de ‘schaduw’ niet helemaal verdrijven. Het vult de leegte niet op. Het paradijsgevoel is verder weg dan ooit. In het ziekenhuis zijn dokters met hun assistenten druk bezig met de operatie. Hoe zal het verder gaan? Only God knows.