Zie mij liggen. Geknield tussen de struiken achter in onze tuin. Kniebeschermers zorgen ervoor dat de vochtige grond mijn knieën niet te veel pijn doen. In mijn hand een schep waarmee ik de aarde omwoel. Op zoek naar de wortels van de pispotten. (In goed Nederlands: Haagwinde.) De opgegraven wortels liggen als spaghetti in de emmer voor mij. Al knielend, worstelend, werk ik in de grond. Het past een beetje bij mijn gedachten. Die zijn blijven hangen bij de podcast die ik deze morgen heb beluisterd. Als uw oog u tot zonde verleidt, ruk het uit, want… De Bijbel is duidelijk, radicaal. Gelukkig nuanceert de verteller iets. Het gaat om werkelijk begeren in je gedachten. Hoe zit dit bij mij? Voordat ik voor mijzelf de balans heb opgemaakt hoor ik iemand groeten. Ik ken hem. Het is een predikant. Hardlopend draaft hij mij voorbij. Jammer, ik had hem wel even willen vragen, hoe het nu echt zit met begeren. Niet omdat ik op mijn oude leeftijd vol begeerte rondloop, maar meer omdat ik moeite heb met de Bijbel. Of beter gezegd, hoe gaan we om met wat we lezen. Ik heb nog steeds twee ogen. Maar is dat terecht? Ik geef een ruk aan een dikke witte wortel. Maar daarmee is het probleem niet weg. Het doet me denken aan artikelen in de krant van de laatste tijd. Synodes van verschillende kerken buigen zich over vraagstukken. Er zijn meerderheids- en minderheidsrapporten. De ene commissie begrijpt niet dat andere het zo anders ziet. En ik. Ik wil mijn mening vormen. Maar weet het allemaal niet meer zo zeker. Zal het met mijn leeftijd te maken hebben? Het mailtje van een kerklid, zit nog steeds in mijn gedachten. Een nog jonge vrouw. Ze had haar liefde gevonden bij een vriendin. Maar ik zie haar niet meer in de kerk. Op mijn vraag waarom?, stuurde ze mij de volgende mail. “Wij passen niet in het plaatje van de kerk.” Ik zucht.
Daarover had ik wel eens van gedachten willen wisselen. Maar de dominee is in geen velden of wegen meer te bekennen.