De grote kerkdeur gaat zonder knarsen open. Voorzichtig stap ik over de drempel. Ik houd mijn adem in. De stilte valt als een warme deken over mij heen. Het spaarzame herfstlicht valt traag op de lege banken voor mij. Als ik doorloop zie ik haar zitten. Kwam het door het donkere haar dat ze me niet opviel? Als ik mijn pas inhoud, kijkt ze om. Ogen, achter brillenglazen, kijken me onderzoekend aan. Ziet ze dat ik een vreemdeling ben? Niet van hier?
“Dag,” zeg ik. “Ik wil u niet storen.” Het blijft even stil. Het voelt niet bedreigend. Dan hoor ik haar zeggen: “Ik neem soms even de tijd om hier te zitten. Ik voel mij dan heel rustig worden …even weg van alles van buiten en ik voel de muren van dit prachtige sobere kerkje als de armen van God om me heen. Dat heb ik altijd zo gevoeld zolang als ik in Hichtum woon.
Het dorpje Hichtum ligt aan de Harlingervaart. Het bergt een rijke geschiedenis in zich. Het werd vroeger bewoond door rijke Friese grietmannen. Hichtum heeft maar één straat: de Schwartzenbergweg. Deze straat is vernoemd naar de familie Schwartzenberg, die eind 18de eeuw op Wibranda State woonde. Een ideale plek om te wonen, zo ontdekten vele adellijke geslachten. Ook de omgeving was aanlokkelijk. Fraaie vergezichten over de omringende landerijen en het water.
De Hervormde Kerk vormt al jaren het middelpunt van het dorp. In dit gebedshuis zijn verscheidene wapens en grafschriften te vinden, met daarop de namen van generaties adellijke geslachten. Ten noorden van de kerk staat enige bebouwing die een dorpskom vormt. De omstreeks 1200 van gele kloostermoppen gebouwde kerk staat op een met een schelpenpad met essen en iepen omzoomd kerkhof. De toren is eveneens van gele moppen opgetrokken.
Ik neem het gezicht voor mij op. Ik probeer haar leeftijd te schatten. Ik twijfel een beetje. Kleine lijntjes om haar mond geven aan dat ze de veertig gepasseerd moet zijn. Voelt ze iets van Gods aanwezigheid hier? Geeft dat haar rust in een jachtig bestaan? Overdenkt ze hier haar leven? Mijn gedachten gaan. Zijn het haar ogen die er de oorzaak van zijn? Ik lees er berusting in, maar ook pijn. Maar haar lichaam straalt kracht uit. De vrouw boeit me. Ik zou wel naast haar willen gaan zitten. Mijn verhaal met haar willen delen. Misschien zijn er overeenkomsten. Draag ook ik niet het verlangen in mij mee? Rustvinden. Waarom anders stapte ik de kerk binnen. Wilde ik dat gevoel ook oproepen. Armen om mij heen voelen? Ik denk terug aan een plaatje uit de kinderbijbel. Een herder met een schaap op zijn schouders. Twee sterke handen houden het vast en brengen het naar de schaapskooi. Daar is het veilig. God heeft de mens naar zijn evenbeeld gemaakt. Met twee armen. Hoe zou je iemand kunnen dragen met één arm? Zeggen mensen niet vaak, als ze een geliefde moeten missen, ik ben geamputeerd. Ik mis een arm. Een arm om mij heen. De hand die weggevallen is.
“Ik ga weer,” zeg ik tegen de vrouw in de bank. Ze knikt en kijkt me na. Zal ze iets gevoeld hebben van mijn verlangen? De kerkdeur gaat zonder knarsen open, en ik stap de drempel over, mijn leven weer in. Naar mijn vrouw die op mij wacht.